Vervolg literatuur
1981
- Kipp, Frans, Jacobikerk, (rapport), 02-1981. (Uit: Gemeente Utrecht, Erfgoed, Alfabetische lijst Bouwhistorische Rapporten en Cultuurhistorische Verkenningen, d.d. 07-2013)
1992
- "Klok de toren in". In: Utrechts Nieuwsblad, 17-07-1992, blz. 12 (De Jacobikerk kreeg een nieuwe klok: de "Jacobus")
- "Nieuwe klok in Jacobikerk beiert tot einde der tijden". In: Utrechts Nieuwsblad, 02-07-1992, blz. 11
1995
- Kipp, Frans, Jacobskerkhof 22 / Jacobikerk, (rapport), 10-04-1995. (betreft voorstel toevoeging van een carillon aan de spits)
(klik hier voor de tekst, PDF, 1.750 kb)
- Foto: Jacobikerk in 1941 (zonder spits). In: Stadsblad Utrecht (huis-aan-huisblad), 14-06-1995, blz. 5
- Biesma, Hedde, "Utrecht krijgt derde carillon. Beiaardiers zoeken sponsors". In: Utrechts Nieuwsblad, 15-05-1995, blz. 10
1998
- Hoeve, Jan van der, Jacobitoren (de 'spits van Briët), (rapport), 09-1998. (Uit: Gemeente Utrecht, Erfgoed, Alfabetische lijst Bouwhistorische Rapporten en Cultuurhistorische Verkenningen, d.d. 07-2013)
- Prins, Eva, "Eenmalig megakoor 'uit het niets'. Driehonderd zangers en zangeressen voeren Carmina Burana uit". In: Utrechts Nieuwsblad, 24-01-1998, blz. 23
2000
- "Klokken moeten Utrecht wereldfaam bezorgen". In: Utrechts Nieuwsblad, 24-11-2000, blz. 11
2002
- Geuns, Sjoerd van, "De Jacobsklok". In: Luid en duidelijk [verenigingsorgaan Utrechts Klokkenluidersgilde, ISSN -], extra editie, juli 2002 [35 blz.]. Hierin: blz. 19-21 (betreft gelui in Jacobitoren)
- Hulzen, dr. A. van, "De Jacobikerk (In: Wandeling door oud-Utrecht (101))". In: Stadsblad Utrecht (huis-aan-huisblad), 18-09-2002, blz. 3
2003
- Rijk, Hans de, "Bijzondere zonnewijzers in Utrecht". In: [Tijdschrift] Oud-Utrecht [ISSN 1380.7137], 2003 (jrg 76, nr 3), blz. 62-65 (hierin worden twee zonnewijzers aan deze kerk behandeld, uit 1463 en 1626, beide met foto)
2004
- "Utrechters houden het op Jacobikerk (In Stadsbeeld. Hierin het Jacobskerkhof)". In: Utrechts Nieuwsblad, 17-02-2004, blz. 14
2012
- Wiegman, Menno, "'Verscheidenheid aan vormen, eenheid van gedachte'. Architect en directeur Gemeentewerken". In: Oud-Utrecht (tijdschrift voor geschiedenis van stad en provincie Utrecht) [ISSN 1380.7137], [jrg 85], [04-] 2012, blz. 32-38 (Nieuwenhuis (1848-1919) "vond dat de ontwikkeling en toepassing van bouwstijlen een dynamisch karakter hadden en hij wees daarmee het zoeken naar een nationale bouwstijl en historische reconstructies af". Herhaaldelijk kwam hij hierdoor in conflict met Pierre Cuypers. In 1890 werd Nieuwenhuis directeur van Gemeentewerken in Utrecht. Hij was als zodanig betrokken bij een groot aantal restauraties, zoals die van de Dom, de kloostergang en de Domtoren, Jacobikerk, Buurkerk en het Agnietenklooster. Daarnaast was hij betrokken bij de aanleg en het onderhoud van openbare werken, zoals havens, bruggen, wegen, riolen en nutsbedrijven, maar ook bij stadsuitbreidingen zoals de inrichting van het gebied rond het Hogeland.)
2014
- Leeuwen, Marlies van, "Van devotie naar festijn. De geschiedenis van de St. Antoniebroederschap en de Heilige Kruisbroederschap uit de Jacobiekerk vóór en na de religieomslag van 1580". In: Jaarboek Oud-Utrecht, 2014, blz. 263-284
2023
- Nijssen, Ben, "Klappertanden in een koude kerk". In: Binnenstadskrant, themanummer 'Winter', (periodiek voor de Binnenstad van Utrecht), [jrg 28, nr 4] 12-2023, blz. 7 (Het is niet haalbaar om de Jacobikerk, de Nicolaikerk en de Janskerk 's winters warmer te stoken dan 10 graden. In de zoveel grotere Domkerk wordt 7 graden aangehouden, met stadverwarming, die in de jaren '80 is aangebracht. Uit zes putten in de vloer komt warme lucht. Voor bezoekers is het er koud, in de banken is voetverwarming en er zijn dekens en warme kussens beschikbaar. Voor de kerk is kou geen probleem, voor het orgel zijn temperatuurschommelingen ongewenst. Hoewel warme lucht opstijgt, is het onder de gewelven op 33 m hoogte niet warmer dan beneden, doordat de hoge vensters (ondanks glazen achterzetplaten) en doordat de kap niet geïsoleerd is. Er wordt nagedacht over infrarood-panelen bij de banken.)